Leer communiceren met Fair Talk

 

Communicatieproblemen kun je voorkomen

 

In een vorige column heb ik uitgelegd dat er drie soorten waarheden zijn: objectieve waarheid, subjectieve waarheid en Absolute Waarheid (link). Vrijwel alle communicatieproblemen ontstaan doordat deze drie soorten waarheden worden verward. Laat ik om te beginnen maar eens een heel eenvoudig voorbeeld geven:

 

Stel, een fanatieke voetbalsupporter roept: “Ajax is de beste!” Deelt daarmee deze voetbalfan een objectieve waarheid, een subjectieve waarheid of een Absolute Waarheid? Wat denk jij? Het op de Coolsingel in Rotterdam via een megafoon verkondigen van deze ‘waarheid’ betekent hoogst waarschijnlijk vragen om (communicatie-) problemen. Deze problemen ontstaan doordat deze uitspraak suggereert dat het hier om een objectieve waarheid zou gaan (of misschien zelfs een Absolute Waarheid), terwijl het in feite slechts een subjectieve waarheid betreft. Indien het was geformuleerd als “Het eerste herenteam van de Amsterdamse voetbalclub Ajax is dit seizoen wederom de beste van Nederland”, dan zou het een objectieve waarheid zijn. Zelfs de meest fanatieke Rotterdamse voetbalsupporters kunnen niet om deze objectieve waarheid heen, al zouden ze de naam ‘Amsterdam’ misschien wel liever willen vervangen door ‘dat 020-dorp’.

 

Het voorkomen van communicatieproblemen kan een enorme bijdrage leveren aan de arbeidsproductiviteit. Naar schatting gaat 15 tot 20 procent van de werktijd verloren door onderlinge conflicten. En vanwege deze geschillen worden jaarlijks vele tienduizenden mensen ook nog eens gedeeltelijk of zelfs geheel arbeidsongeschikt. Daarnaast hebben we dan verder nog alle (onnodige) communicatieproblemen met familie en vrienden. Kortom, onbekwaam communiceren maakt meer kapot dan je lief is.

 

Gelukkig is er een methode ontwikkeld waarmee gegarandeerd geen communicatieproblemen meer kunnen ontstaan, ook wanneer slechts één partij deze methode toepast. Deze methode heet Fair Talk. Ik heb deze methode in het begin van 2011 ontwikkeld en vervolgens beknopt beschreven in een boekje dat via het internet gratis kan worden gelezen en uitgeprint (link).

 

Fair Talk is gefundeerd op Wholly Science. Omdat we binnen de Wholly Science overal twee- en driedelingen vinden, is dat ook het geval voor Fair Talk. In het hart van Fair Talk bevindt zich de driedeling naar gedrag (behavior), behoefte (need) en gevoel (feeling). Omdat het schema hiernaast in het Engels is, heb ik de Engelstalige woorden er maar even tussen haakjes achter gezet. Wanneer een behoefte wordt vervuld (met), dan resulteert dat in een positief gevoel. Gebeurt dat daarentegen niet, en blijft de behoefte dan dus onvervuld (unmet), dan resulteert dat in een negatief gevoel. Wanneer we zelf praten, dan is dat gevend gedrag (giving behavior). En wanneer we luisteren, dan is dat ontvangend gedrag (receiving behavior). Is dit misschien iets te theoretisch voor jou? Laten we dan maar weer even naar een eenvoudig voorbeeldje kijken:

 

Stel, je hebt de behoefte dat jouw vader zijn waardering uitspreekt over iets wat jij hebt gemaakt. Je laat dit vervolgens aan jouw vader zien met de woorden: “Kijk eens, pap. Wat vind je ervan?” Na er even naar gekeken te hebben geeft jouw vader echter aan hoe hij het anders gedaan zou hebben. Jouw behoefte aan waardering door jouw vader wordt daardoor niet vervuld, en je loopt daarom maar teleurgesteld en verdrietig weg.

 

Wanneer in bovenstaand voorbeeld Fair Talk was toegepast, dan had dat negatieve gevoel kunnen worden voorkomen. Bij Fair Talk ben je altijd 100% transparant naar de ander toe omdat je volkomen duidelijk maakt waarom je bijvoorbeeld iemand iets vraagt. Daarvoor zijn doorgaans wel veel meer woorden nodig, maar de kans op ‘gedoe’ wordt daardoor compleet uitgesloten. In het bovenstaande voorbeeld zou de volgende vraag wel Fair Talk zijn geweest:

 

Omdat jij als mijn vader belangrijk voor mij bent vind ik het fijn wanneer jij mij steunt door mij waardering te geven voor mijn werk. Daarom laat ik je dit zien. Hoeveel waardering heb jij hiervoor?

 

Bij Fair Talk maken we altijd contact met de achterliggende behoefte. Praten we zelf, dan benoemen we die achterliggende behoefte. En wanneer we luisteren, dan proberen we te achterhalen wat die achterliggende behoefte is. Stel dat iemand bijvoorbeeld tegen jou zegt: “Zo, wat zit jouw haar stom!”. Zonder Fair Talk kan door een dergelijke opmerking de situatie heel snel uit de hand lopen. Maar met Fair Talk probeert de ontvanger eerst de achterliggende behoefte bij de zender te vinden. Waarschijnlijk voelt de zender zich verbonden met de ontvanger (en komt daar dus deze opmerking vandaan), en ook is de uiterlijke verschijningsvorm blijkbaar belangrijk voor de zender. Eigenlijk zegt de zender met deze opmerking dus meer over zichzelf dan over de ontvanger. Bij Fair Talk gaat het gesprek daarna dan ook door over deze onderliggende behoeften bij beiden:

 

Dus als ik jou goed begrijp is mijn haar belangrijk voor jou, wat betekent dat ik dus belangrijk ben voor jou. Dat vind ik leuk om te horen want ik wil me graag verbonden voelen met jou. Dank je wel dat je onze verbondenheid hebt bevestigd.

 

Bedenk echter wel dat Fair Talk geen kant en klare communicatierecepten levert. Iedereen ontwikkelt een eigen invulling van Fair Talk. De essentie is dat altijd de achterliggende behoeften naar de voorgrond worden gehaald. Door deze openheid verdwijnt iedere mogelijke vorm van miscommunicatie als sneeuw voor de zon.

 

De twee belangrijkste communicatie-uitingen in Fair Talk zijn een verzoekje en een bedankje. Een verzoekje zonder Fair Talk is een bevel, en een bedankje zonder Fair Talk is een oordeel. Onze ‘gewone’ communicatie zit boordevol bevelen en oordelen. Laat ik maar weer een voorbeeld geven.

 

Stel, een meisje kijkt naar de grond terwijl jij tegen haar praat. Een bevel is dan: “Kun je me niet aankijken? Dat is wel zo fatsoenlijk, vind je niet?” Vervolgens komt daar vaak dan ook nog een oordeel achteraan: “Goed zo! Zo moeilijk is dat toch niet?” Gevoelige mensen kunnen slecht tegen de agressieve energie van dergelijke bevelen en oordelen.

 

In Fair Talk ontstaat vervolgens een compleet andere situatie, omdat in plaats van een bevel en een oordeel een verzoekje en een bedankje worden gegeven:

 

Stel, een meisje kijkt naar de grond terwijl jij tegen haar praat. Een verzoekje is dan: “In ons gesprek wil ik me graag met jou verbonden voelen. Daarvoor is voor mij oogcontact erg belangrijk. Zou je me daarom af en toe even aan willen kijken terwijl we aan het praten zijn? Gebeurt dat vervolgens, dan is een bedankje op zijn plaats: “Dank je wel dat je me af en toe even hebt aangekeken! Daardoor voelde ik een verbondenheid tussen ons, en dat vind ik erg fijn.”

 

Tot besluit wil ik nog even benadrukken dat het geven van complimentjes meestal geen Fair Talk is. “Dat heb je goed gedaan!” of “Dat was weer een mooie nieuwsbrief, Johan” zijn bijvoorbeeld geen van beide uitingen volgens Fair Talk. Het zijn immers allebei voorbeelden van oordelen. Iemand die Fair Talk hanteert, die velt nooit een oordeel alsof het een Absolute Waarheid zou zijn. Het gaat immers nagenoeg altijd over subjectieve waarheden. Een bedankje volgens Fair Talk is bijvoorbeeld: “Ik heb behoefte aan duidelijkheid in deze zaak. Dankzij deze nieuwsbrief is mij een aantal zaken veel duidelijker geworden, en daar ben ik blij om. Dank je wel daarvoor.”

 

Zou het volgens jou heel goed zijn wanneer jouw team, afdeling of organisatie eens een workshop Fair Talk zou doen, neem dan gerust geheel vrijblijvend contact met me op via de contactgegevens op de website Pateo.nl.

 

Deze artikel is tevens als column gepubliceerd op Niburu.nl met doorstuurmogelijkheid (link).

 

© 16 april 2014 – Pateo.nl : Wholly ScienceJohan Oldenkamp